De staalindustrie omarmt elektrische vlamboogovens (EAF's) om de koolstofuitstoot te beperken, maar uitdagingen zoals een beperkte schrootaanvoer en hoge elektriciteitskosten blijven bestaan. Inspanningen om vlamboogovens te combineren met fabrieken voor direct gereduceerd ijzer streven naar een koolstofneutrale staalproductie, hoewel de vooruitgang van de industrie achterblijft bij de wereldwijde doelstellingen. Belangrijke spelers en regio's investeren in groene technologieën voor een duurzame overgang en geven zo vorm aan de toekomst van de staalproductie.
De staalindustrie is een grote vervuiler. Ze is verantwoordelijk voor 7-9% van de wereldwijde kooldioxide-uitstoot en is dus op zoek naar methodes - zij het niet zo snel als nodig is - om haar milieu-impact te verminderen. Bij de traditionele staalproductie, waarbij ijzererts met behulp van cokeskolen wordt omgezet in staal, wordt ongeveer 2 ton CO₂ per ton staal uitgestoten. In reactie hierop schakelt de industrie over op vlamboogovens (EAF), die voornamelijk gebruik maken van gerecycled staalschroot en een aanzienlijk lagere uitstoot produceren.
Vlamboogovens genereren een vlamboog met een hoge temperatuur om schrootstaal te smelten, waardoor de uitstoot 75-80% lager is dan bij traditionele hoogovens. Tot de uitdagingen behoren echter een beperkte aanvoer van schroot, onzuiverheden in het schroot en hoge elektriciteitskosten, vooral als er onvoldoende groene stroom beschikbaar is.
Een bekende strategie is het combineren van vlamboogovens met DRI-fabrieken (Direct Reduced Iron), die aardgas of groene waterstof gebruiken om sponsijzer te produceren. Deze combinatie is bedoeld om koolstofneutraliteit in de staalproductie te benaderen en tegelijkertijd de productie van hoogwaardig staal mogelijk te maken.
Wereldwijd maakt 43% van de nieuwe staalproductiecapaciteit die het afgelopen jaar gepland is gebruik van EAF-technologie, tegenover 33% het jaar daarvoor. Ondanks deze vooruitgang blijven de inspanningen van de industrie nog steeds achter bij de Net Zero-doelstelling van het Internationaal Energieagentschap voor 2050, die een totale EAF-capaciteit van 53% vereist tegen 2050; de huidige prognoses gaan uit van slechts 32%.
China, goed voor 62% van de wereldwijde staalemissies, speelt een cruciale rol in de wereldwijde vooruitgang van de industrie naar emissiereductie.
Vlamboogovens, die al dominant zijn in de Amerikaanse staalproductie, worden gezien als cruciaal voor emissiereducties wereldwijd. Innovaties in DRI-technologie die gebruik maakt van groene waterstof hebben als doel om primaire staalproductie met een kleinere koolstofvoetafdruk te realiseren. Landen met toegang tot goedkope groene energie, zoals Scandinavië en Australië, zijn klaar om te profiteren van deze overgang.
Tot de belangrijkste investeringen behoren inspanningen van staalgiganten als ArcelorMittal, Thyssenkrupp en Tata Steel. Veel van deze bedrijven zijn afhankelijk van steun van de belastingbetaler voor de ontwikkeling van infrastructuur, waaronder de noodzakelijke nabijgelegen productiefaciliteiten voor waterstof.
De omschakeling naar vlamboogovens vergt aanzienlijke investeringen, ingrijpende veranderingen in de werkgelegenheid en beleidsondersteuning om een rechtvaardige overgang voor de getroffen werknemers te garanderen. De ontwikkeling van de staalproductie zal naar verwachting regio's begunstigen met toegankelijke groene energie en moderne infrastructuur.
De overgang van de industrie moet worden versneld.